De bibliotheek van de Mol

De bibliotheek van de mol

De mol is een keurige, wijze heer. Hij bezit veel boeken. Hij had ze allemaal een keer gelezen. Hij bergde ze op in een grote kuil onder de grond. Op een dag kreeg hij een geweldig idee. "Ik ga een bibliotheek openen," sprak hij. En zo gezegd zo gedaan. Hij zocht een grote holle boom waar hij zijn boeken kon plaatsen. De grote beukenboom leek het geschikst. Hij schreef een briefje aan de bever.

Beste Bever,
Ik open een bibliotheek. 
Ik wilde hem graag in de grote beukenboom, aan de rand van het bos. Kun je me helpen met uithollen? 
Graag zou ik ook wat ramen en een grote deur hebben. En kun je nog eens wat boekenplanken en zetels knutselen? 
Kom je zo snel mogelijk?
Alvast bedankt,
De mol.

Hij las het briefje na, schreef er in sierlijke letters Bever op en stopte hem toen in zijn brievenbus. De kievit kwam die elke dag legen en bracht hem dan naar het juiste huis.
"Ziezo," zei de mol tevreden. Hij nam een grote zak en stopte er wat boeken in. Toen ging hij op weg naar de grote beukenboom. Hij zette de zak op een grote steen en ging weer naar huis om de volgende lading boeken te halen. Toen hij weer aan de beukenboom aankwam was de bever al druk bezig met uithollen. Toen hij de mol zag kwam hij naar hem toe. "Dag," knikte de mol. "Dag," antwoordde de bever. Hij wilde eigenlijk vragen wat een bibliotheek was maar hij durfde niet. Hij vroeg dus maar: "Waar wil je de deuren en vensters precies hebben?" De mol wees en de bever tekende met het potlood dat altijd achter zijn oor zat de lijnen. Toen het werk klaar was zette de mol de zakken met boeken binnen. "Heel erg bedankt beste bever, je komt toch naar de opening hoop ik?" De bever knikte. Hij vond het jammer dat hij nog steeds niet wist wat het was. Peinzend liep hij naar huis. 

De volgende dag vond de bever een briefje in zijn brievenbus.

Beste bever,
je bent van harte uitgenodigd op de opening van de bibliotheek van de mol. De bibliotheek ligt aan de rand van het bos, in de grote beukenboom. Er zullen thee en koekjes zijn. 
Ik hoop dat je kunt komen,
Vele groetjes van de mol.
P.S. Bedankt dat je me zo geholpen hebt!

De bever krabde in zijn haar. Hij wist nog steeds niet wat dat nu was, een bibliotheek. Hij besloot om het aan de eekhoorn te gaan vragen. 
"Wie is daar?" vroeg de eekhoorn. "Ik ben het, bever, mag ik binnen?" De eekhoorn opende de deur. "Maar natuurlijk! Wil je een kopje thee?" 
"Graag, maar daarvoor ben ik eigenlijk niet gekomen," 
"Oh nee?"
"Nee, heb jij ook een uitnodiging gehad van de mol?"
"Ja, eigenaardig niet? Weet jij wat een babbeltheek is?"
"Bibliotheek," verbeterde de mol. "En nee, eigenlijk niet, ik ben hem gisteren gaan helpen met de boom uit te hollen en toen durfde ik het niet vragen." De mol zuchtte. "Wat jammer," zei de eekhoorn.

De mol zuchtte diep. Het was al bijna donker, en toch had hij geen enkel dier gezien op de opening. Hij had gisterenavond aan alle dieren in het bos een uitnodiging gestuurd, hij had de hele ochtend thee en koffie gezet, hij had boeken geschikt en herschikt, en toch was er geen enkel dier komen opdagen. Hij deed de deur verdrietig op slot en ging naar huis.
Toen hij net in zijn bed wilde kruipen werd er op de deur geklopt. Het was de vlinder. "Hallo mol," groette ze. "Dag vlinder, wil je een kopje thee?" 
"Ja hoor, maar ik heb eigenlijk een vraag, maar je moet beloven dat je niet boos wordt,"
"Zeg het maar,"
"Wat is dat eigenlijk, een bibliotheek?"
De mol liet bijna de theepot vallen van verbazing. "Weet je dat werkelijk niet?" De vlinder schudde haar voelsprieten. "Nee, ik ben het ook aan de rups, de kat, de eekhoorn en de bever gaan vragen maar zij wisten het ook niet." 
"Oh,"
"Vind je het erg? Dat ik het niet weet?"
"Niet echt, maar nu weet ik waarom er niemand was," 
"Oh ja?"
"Ja, de andere dieren wisten niet wat het was en dus durfden ze niet komen. Ik ga meteen een brief aan iedereen schrijven. Bedankt vlinder,"
"Graag gedaan, ik ga maar 'ns. Morgen kom ik zeker naar de bibliotheek."
"Bedankt," De mol liet de vlinder uit en nam toen een dikke stapel vel papier en een inktpot en een veer. Hij begon te pennen...

Geachte,
Ik had net de vlinder op bezoek. Zij vroeg zich af wat een bibliotheek was. Nu snapte ik waarom er niemand naar de opening is gekomen.
Als u morgen nog wat tijd heeft nodig ik u weer van harte uit aan de rand van het bos in de beukenboom. Dan zal ik u zeggen wat een bibliotheek is.
Vele groeten,
De mol.

Hij pende het briefje wel vijftig keer en ging het toen aan de kievit bezorgen. Die beloofde dat het voor morgenochtend zou aankomen. 

De volgende morgen was het heel druk rond de holle beukenboom toen de mol daar aankwam. Iedereen was er: de kat, de rups, de slak,... 
"Welkom, welkom,..." groette de mol tevreden. Hij stak de sleutel in de deur en opende die. "Welkom in de bibliotheek van het grote bos!" De dieren staarden hun ogen uit. Overal waren boeken. Grote boekenrekken puilden uit van de boeken, en in het midden, precies in het midden was er een cirkel van zetels en kussens gemaakt. De mol nam een stoel, ging erop staan en sprak:
"Beste vrienden, allen bedankt om te komen, dit is nu een bibliotheek. Hier kunt u boeken lenen. Zometeen ga ik achter die tafel aan de ingang zitten en noteer ik welke boeken u leent. Als u ze terugbrengt zet ik een kruisje achter uw naam. U mag zoveel boeken lenen als u maar wilt." De mol klom weer van de stoel en nam plaats achter de tafel bij de ingang. De dieren stoven uit elkaar. De bever zocht een boek over meubels, de vlinder een boek over bloemen. Maar er was voor iedereen wel een boek. Op het einde van de dag had de mol wel drie pagina's met geleende boeken vol geschreven. 
Morgen was er weer een dag. En voor het eerst in zijn leven wist hij nu écht waar hij voor diende. Hij sloot af en liep tevreden naar huis. Daar dronk hij nog een kopje muntthee en viel toen uitgeput in slaap. Met het boek op zijn nachtkastje...